Revaccinatie programma
Type bezoek: arts (A), verpleegkundige (V), alleen Laboratorium (L) | A | V | V | L | A | V | A | V | A | A | A | A/V |
Vaccinatie/bepaling na T0: Maand (M) of Jaar (J) | T0 | 1M | 2M | 4M | 8M | 9M | 10M | 1J | 2J | 3J | 5J | 10J |
Aantal maanden na SCT | 4-6 | 5-7 | 6-8 | 8-10 | 12-14 | 13-15 | 14-16 | 16-18 | 28-30 | 40-42 | 64-66 | 120 |
Vacccinaties |
||||||||||||
Prevenar-13® (13-valent geconjugeerd pneumokokkenvaccin) | X | X | X | X | ||||||||
Pneumovax-23® (23-valent pneumokokken polysaccharidenvaccin) | X | X |
X |
|||||||||
Bexsero® (Meningokokken B) | X | X |
|
|||||||||
Nimenrix® / Menveo® (quadrivalent meningokokkenvacin: typen A, C, W en Y) | X | X | X2 | X2 | X2 | X | ||||||
Infanrix-Hexa® (Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio, Haemophilus influenzae type b, hepatitis B) | X | X | X | |||||||||
Zostavax® (Varicella zoster virus) | X4 | |||||||||||
Influenza | X1 | |||||||||||
M-M-RVAXPRO® (Bof, Mazelen, Rode hond) | X5 | X5 | X5 | X5 | ||||||||
Boostrix polio® (Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio) | X7 | |||||||||||
Titerbepalingen |
||||||||||||
Pneumokokken 9 serotypen (UMCu) | X3 | X | X | X (2x)6 | ||||||||
Meningokokken C (UMCu) | X | X | X | X (2x)6 | ||||||||
Mazelen | X | X | X | X | X | |||||||
Overige bepalingen |
||||||||||||
CD4-getal | X | |||||||||||
Totaal IgG | X | |||||||||||
Lymfocytengetal | X |
Ad.1 Afhankelijk van seizoen eventueel eerder en aan alle patiënten aan te bieden ongeacht
termijn na transplantatie, jaarlijks herhalen.
Ad.2 Vaccinatie indien negatieve titer.
Ad.3 Indien negatieve titer, zie protocol non-respons pneumokokkenvaccinatie.
Ad.4 Alleen indien geen immuunsuppressie, geen GvHD en een CD4-getal > 200 x 106/l,
> 50 jaar en VZV IgG pre-HSCT positief.
Bedoeld ter preventie van gordelroos.
Doorgaan met Valaciclovir tot aan vaccinatie.
Ad.5 Alleen indien geen immuunsuppressie, geen GvHD en een CD4-getal > 200 x 106/l
en negatieve mazelen IgG. Laagdrempeliger op indicatie, bijvoorbeeld bij een uitbraak.
Ad.6 Titer op dag van vaccinatie en een titer 4 – 8 weken na vaccinatie.
Ad.7 Elke 10 jaar.
NB. Levend verzwakte vaccins, zoals het zoster vaccin, gele koorts, rubella, bof en mazelen,
mogen, op indicatie (bijv. een reis naar een endemisch gebied), alleen bij patiënten na
allogene stamceltransplantatie worden toegediend, indien er géén cGVHD is en er géén
immuunsuppressieve medicatie meer gebruikt wordt en nooit vóór 2 jaar na de
stamceltransplantatie.
Interpretatie pneumokokken en meningokokken serologie
PCV13 : Prevenar-13®
PPSV23 : Pneumovax-23®
Pneumokokken :
In het UMC Utrecht wordt de IgG concentratie van 9 vaccin serotypen bepaald, waarvan 5 serotypen in beide vaccins aanwezig zijn (6B, 9V, 14, 19F, 23F) en 4 serotypen uitsluitend in PPSV23 (8, 15B, 20, 33F). De afkapwaarde voor een positieve titer is gedefinieerd als > 1.00 µg/ml. (1)
We spreken van respons op vaccinatie wanneer er bescherming is tegen tenminste 70% van de gemeten vaccin serotypen. (2)
- Beschermd: ≥ 6/9 serotypen ≥ 1.00 µg/ml.
Actie:
-
- PPSV23 booster na 5 jaar met titelcontrole.
- Niet beschermd: < 6/9 serotypen ≥ 1.00 µg/ml.
Actie:
-
- Overweeg continueren AB-profylaxe in overleg met hoofdbehandelaar.
- Overweeg een herhaling PCV13 gevolgd door PPSV23 minimaal 1 jaar na de laatste PPSV23 vaccinatie (niet eerder ivm kans op hyporespons na een polysaccharide vaccin) met titercontrole 4 – 8 weken na PPSV23. Hier is echter nog weinig evidence voor.
- Indien opnieuw geen respons: PPSV23 booster na 5 jaar met titercontrole.
Meningokokken:
In het UMC Utrecht wordt de IgG concentratie van meningokokken type C bepaald. Voor serotypen A,B,W en Y zijn in Nederland geen klinisch gevalideerde assays beschikbaar. De afkapwaarde van de Meningokokken C assay is als volgt:
- Niet beschermd : < 1 mg/l.
- Matig beschermd : 1-2 mg/l.
- Goed beschermd : > 2 mg/l.
Het Meningokokken ACWY vaccin is een conjugaat vaccin. Hierbij is geen hyporespons beschreven. Indien de patiënt niet beschermd is tegen serotype C na vaccinatie valt het te overwegen een boostervaccinatie te geven. Hier is echter geen evidence voor.
Referenties
- Andrews NJ, Waight PA, Burbidge P, Pearce E, Roalfe L, Zancolli M, et al. Serotype-specific effectiveness and correlates of protection for the 13-valent pneumococcal conjugate vaccine: a postlicensure indirect cohort study. Lancet Infect Dis. 2014;14(9):839-46.
- Orange JS, Ballow M, Stiehm ER, Ballas ZK, Chinen J, De La Morena M, et al. Use and interpretation of diagnostic vaccination in primary immunodeficiency: a working group report of the Basic and Clinical Immunology Interest Section of the American Academy of Allergy, Asthma & Immunology. The Journal of allergy and clinical immunology. 2012;130(3 Suppl):S1-24.
Wijziging t.o.v. vorige versie
- Oude tabellen vervangen door 1 nieuwe tabel volgens de laatste ontwikkelingen.