Bijlage A: criteria invasieve schimmelinfectie

Algemene criteria voorwaarschijnlijke invasieve schimmelinfectie

(De Paauw, Clin Inf Dis 2008; 46: 1813-21) 

Factoren bij de gastheer:

  • Recente geschiedenis van neutropenie (< 0.5×109/l gedurende minstens 10 dagen) in tijd samenhangend met het begin van de ziekte.
  • Ontvanger van een allogene stamceltransplantatie.
  • Langdurig corticosteroïdgebruik > 0.3 mg/kg/d prednison (of equivalent) gedurende. > 3 weken (uitz. patiënten met allergische bronchopulmonale aspergillose).
  • Behandeling met T-celimmunosuppressiva als ciclosporine, TNF-α blokkers, monoclonale antistoffen (bijv. alemtuzumab) of purineanaloga de laatste 90 dagen.
  • Erfelijke vormen van ernstige immunodeficiëntie (als chronische granulomateuze ziekte of severe combined immunodeficiency).  

Klinische criteria:

  • Schimmelinfectie van de onderste luchtwegen; aanwezigheid van minstens één van volgende 3 tekens op HR-CT-scan:

          °  Dense, welomschreven laesie(s) met of zonder halo-sign.

          °  Luchtsikkel (air-crescent sign).

          °  Holte.

  • Tracheobronchitis; tracheobronchiale ulceratie, nodus, pseudomembraan, plaque of korst, zichtbaar bij bronchoscopie.
  • Sinusinfectie; beeldvorming toont sinusitis plus minstens één van volgende 3 tekens:

          °  Acute gelokaliseerde pijn (eventueel uitstralend naar het oog).

          °  Nasaal ulcus met zwarte korst.

          °  Uitbreiding van de paranasale sinus door bot, vb. in de orbita.

  • CNS-infectie; één van de volgende 2 tekens:

          °  Focale laesies bij beeldvorming.

          °  Meningeale aankleuring op MRI of CT.

  • Gedissemineerde candidiasis; minstens één van volgende 2 beelden, na een episode van candidemie in de voorbije 2 weken:

          °  Kleine, schietschijfachtige abcessen (bull’s-eye lesions) in lever en/of milt.

          °  Progressieve exsudaten in de retina bij oftalmologisch onderzoek.  

Mycologische criteria:

  • Directe testen (cytologie, directe microscopie of kweek); schimmel in sputum, BAL-vloeistof, bronchiale brush of sinusaspiraat, aangetoond door één van volgende:

          °  Aanwezigheid van schimmelfragmenten passend bij filamenteuze schimmels.

          °  Positieve kweek voor schimmel (bijv. Aspergillus, Fusarium, Zygomycetes of

             Scedosporium species).

  • Indirect testen (detectie van antigeen of celwandonderdelen):

          °  Aspergillose: galactomannanantigeen gedetecteerd in plasma, serum, BAL-vloeistof

             of liquor.

          °  Invasieve fungusinfectie, anders dan cryptococcose en zygomycoses: β-D-glucan

             gedetecteerd in serum.