Pre-SCT evaluatie Anamnese en lichamelijk onderzoek X thorax Longfunctie Bij afwijkingen: verwijzing naar longarts voor aanvullend onderzoek. Op indicatie uitgebreider longfunctieonderzoek, HRCT dan wel ander aanvullend onderzoek. Post-transplantatie Gebruik piekflowmeter voor wekelijkse zelfevaluatie; bij daling in de piekflow (>…
Na een allogene stamceltransplantatie is een ontvanger “compleet donor chimeer” als alle hematopoietische cellen afkomstig zijn van de donor. De niet-hematopoietische cellen zijn nog steeds afkomstig van de ontvanger. Als er hematopoietische cellen van beide, donor en ontvanger, kunnen worden…
CMV-monitoring (d.m.v. PCR op CMV-DNA) Bij seronegatieve patiënt en donor Monitoren niet noodzakelijk, tenzij klinische verdenking op CMV infectie. Bij seropositieve patiënt en/of donor Eénmaal per week tot dag +100. Daarna bij ieder polibezoek tot immuunsuppressiva zijn afgebouwd. Na ATG, post-transplantatie…
Algemeen Stamceltransplantatie vindt in de regel plaats op de dag ná het afronden van de conditionering. Bij beperkte houdbaarheid van het product zal eventueel een aangepast schema gemaakt worden. AML / MDS Bij AML / MDS wordt bij elke patiënt…
Donor Lymfocyten Infusie (DLI) Het primaire doel van een allogene stamcel transplantatie is immunologische consolidatie. De basis van deze benadering is alloreactiviteit in het kader van genetische verschillen tussen donor en ontvanger. Alhoewel bij de keuze van een geschikte donor…
Prioritering non-HLA variabelen bij MUD donor selectie Match voorkeur myelo + non myeloablatieve conditionering zonder T-cel depletie 1ste voorkeur: in de leeftijdscategorie van de donor tussen 18 – 32 jaar geldt leeftijd als eerste voorkeur 2e voorkeur: CMV serologiestatus match…
Van een EBV-reactivatie is sprake als d.m.v. PCR virus DNA in het bloed wordt aangetoond. Door het geven van pre-emptieve therapie kan de ontwikkeling tot PTLD meestal worden voorkomen. Van PTLD is sprake als er, naast de aanwezigheid…
Definities NIH criteria (Filipovich BBMT 2005): Optreden na SCT / DLI Kenmerken van aGvHD Diagnostische / karakteristieke (distinctive) kenmerken van cGvHD Acuut Klassiek < 100 dagen Ja Nee Persisterend, recidiverend, late-onset > 100 dagen Ja Nee Chronisch Klassiek geen…
Diagnostiek en classificatie van chronische GvHD Diagnose cGvHD volgens GvHD bijlagen (tabel 1 en 2) Aanwezigheid van 1 diagnostische bevinding of Aanwezigheid van 1 karakteristieke (distinctive) bevinding bevestigd door histologisch, radiologisch of ander (bijv. Schirmer test) onderzoek met uitsluiting van andere…