Stappenplan HLA typering
Stap 1:
– Eerste typering patiënt en siblings (Sanquin formulier 6 of CLAUS).
– Patiënt: hoge resolutie HLA klasse I en klasse II typering (A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1).
– Siblings: lage resolutietypering HLA klasse I en II typering (A, B, DRB1) van alle sibs.
Indien er veel siblings (> 4) beschikbaar zijn, kan in eerste instantie typering van een beperkt
aantal (bijv. 4) siblings worden verricht.
Bij de potentiële (op lage resolutie) HLA identieke sib(s) wordt vervolgens direct door
Sanquin een hoge resolutie typering verricht (A, B, C, DRB1, DQB1, DPB1).
– Bevestiging van overerving: conform stap 4.
Stap 2:
– Bij ontbreken van een HLA identieke sibling wordt een MUD search gestart,
aanmelden bij Matchis.
Stap 3:
– Bij ontbreken van een HLA identieke sibling of MUD donor (10/10) wordt een haplo-identieke
donor search gestart; aanmelden bij Sanquin middels email.
– HLA antistof (klasse I en II) screening bij patiënt (Sanquin formulier 6 of CLAUS).
Volgorde van haplo-identieke donor keuze:
1) Haplo-identieke sibling < 35 jaar.
Bij de potentiële (op lage resolutie) haplo-identieke sib(s) wordt een hoge resolutie typering
verricht (A, B, C, DRB1, DQB1, DPB1).
– Bevestiging van overerving: conform stap 4.
2) Haplo-identiek kind (geen kinderen < 16 jaar, tussen 16 en 18 is grijs).
Hoge resolutietypering HLA typering (A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1) aanvragen.
Bij meer dan 1 eigen kind ook CMV en bloedgroep laten bepalen t.b.v. donorkeuze,
bloed t.b.v. HLA typering af laten nemen, maar typering nog niet uit laten voeren.
Met Sanquin afspreken alleen DNA te isoleren en hoge resolutietypering
(A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1) pas uit laten voeren in sample van beoogde donor
na donorkeuze op basis van CMV en bloedgroep.
Als de patiënt de vader is, wordt direct doorgegeven dat ook aanvullende typering
verricht moet worden bij zowel patiënt als donor.
Er moet gebruik gemaakt worden van aanvraagcode W054 (DNA isolatie en opslag).
De opdracht voor HLA typering moet per email door de kliniek gedaan worden.
De tijd tussen opslag en typeren mag maximaal 1 jaar zijn.
– Bevestiging van overerving:
- a) Patiënte is de moeder: in deze situatie is een kind per definitie haplo-identiek en is de overerving duidelijk.
- b) Patiënt is de vader: in deze situatie is een kind niet per definitie haplo-identiek en wordt de overerving meer aannemelijk gemaakt door de patiënt en potentiële donor (het kind) aanvullend te typeren voor DRB3/4/5, DQA1 en DPA1.
3) Haplo-identiek kind (geen kinderen < 16 jaar, tussen 16 en 18 is grijs) van een
(bijv. afgekeurde) HLA identieke sibling.
Hoge resolutietypering HLA typering (A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1) aanvragen.
Bij meer dan 1 kind ook CMV en bloedgroep laten bepalen t.b.v. donorkeuze,
bloed t.b,v, HLA typering af laten nemen, maar typering nog niet uit laten voeren.
Met Sanquin afspreken alleen DNA te isoleren en hoge resolutietypering
(A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1) pas uit laten voeren in sample van beoogde donor
na donorkeuze op basis van CMV en bloedgroep.
Er moet gebruik gemaakt worden van aanvraagcode W054 (DNA isolatie en opslag).
De opdracht voor HLA typering moet schriftelijk per email door de kliniek gedaan worden.
De tijd tussen opslag en typeren mag maximaal 1 jaar zijn.
– Bevestiging van overerving: conform stap 4.
4) Haplo-identieke ouder.
De keuze gebruik te maken van een haplo-identieke ouder wordt bepaald door de leeftijd van de
ouder, de eventuele comorbiditeit, de beschikbaarheid van andere haplo-identieke donoropties.
Als beide ouders in aanmerking zouden komen, is het wenselijk CMV en bloedgroep laten
bepalen t.b.v. donorkeuze, bloed t.b.v. HLA typering af laten nemen, maar typering nog niet
uit laten voeren.
Met Sanquin afspreken alleen DNA te isoleren en hoge resolutietypering
(A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1) pas uit laten voeren in sample van beoogde donor na donorkeuze
op basis van CMV en bloedgroep.
Als de donor de vader is, wordt direct doorgegeven dat ook aanvullende typering verricht moet
worden bij zowel patiënt als donor.
Er moet gebruik gemaakt worden van aanvraagcode W054 (DNA isolatie en opslag).
De opdracht voor HLA typering moet schriftelijk per email door de kliniek gedaan worden.
De tijd tussen opslag en typeren mag maximaal 1 jaar zijn.
– Bevestiging van overerving:
- a) Donor is de moeder: in deze situatie is een kind per definitie haplo-identiek en is de overerving duidelijk.
- b) Donor is de vader: in deze situatie is een kind niet per definitie haplo-identiek en wordt de overerving meer aannemelijk gemaakt door de patiënt en potentiële donor (de vader) aanvullend te typeren DRB3/4/5, DQA1 en DPA1.
5) Neven / nichten (geen kinderen < 16 jaar, tussen 16 en 18 is grijs).
Lage resolutietypering HLA typering (A, B, DRB1) aanvragen. Bij de potentiële (op lage resolutie)
haplo-identieke donor wordt vervolgens direct door Sanquin een hoge resolutie typering verricht
(A, B, C, DRB1, DQB1, DPB1).
– Bevestiging van overerving: conform stap 4.
Stap 4:
Bevestiging van overerving:
- a) Bij een potentieel HLA / haplo-identieke donor (met uitzondering van een kind of ouder van de patiënt) moeten vervolgens de 4 haplotypen in kaart worden gebracht (indien deze niet reeds bij de familietypering aan het licht zijn gekomen) door typering van beide ouders van de patiënt (HLA klasse I en klasse II (A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1) op hoge resolutie). De kliniek zorgt dat materiaal van de ouders wordt ingestuurd.
- b) Als slechts één of geen ouders beschikbaar zijn, wordt de overerving meer aannemelijk gemaakt door de patiënt en potentiële donor aanvullend te typeren voor DRB3/4/5, DQA1 en DPA1.
- c) Bij een kind of ouder van de patiënt wordt een ander beleid gevoerd zoals beschreven bij stap 3, kopje 2 en 4.
Stap 5:
HLA confirmatie bij patiënt (lage resolutie) en gekozen donor (hoge resolutie of lage resolutie).
Referenties
–
Wijziging t.o.v. vorige versie
7-11-2024: Gecontroleerd, geen inhoudelijke wijzigingen. Auteur en afbeelding verwijderd