Chronische graft versus host ziekte van de mond – patiëntinformatie 126320 Dieetadviezen bij graft versus host ziekte van de darm – patiëntinformatie 135230
Chronische graft versus host ziekte van de mond – patiëntinformatie 126320 Dieetadviezen bij graft versus host ziekte van de darm – patiëntinformatie 135230
Criteria voor donorscreening Infectieziekte met chronisch beloop en/of risico op ernstig beloop bij immuunsuppressie Vaak asymptomatische infectie/dragerschap Bloedoverdraagbare ziekte of transmissie via bloedproducten beschreven Uitslag heeft consequentie (bijv. aanvullend onderzoek, behandeling, contra-indicatie voor stamceldonatie) Criteria voor ontvangerscreening Infectieziekte met…
Screening op kwetsbaarheid bij patiënten met een (mogelijke) indicatie voor een allogene stamceltransplantatie Achtergrond Oudere patiënten verschillen onderling sterker in hun somatische, cognitief/psychische en functionele gezondheid dan jongere patiënten. Het is belangrijk om als hoofdbehandelaar geïnformeerd te zijn over…
Humaan herpes virus-6 (HHV-6) Na een allogene stamceltransplantatie, en dan met name haplo of cord blood, of andere T-cel depleterende behandeling als CAR-T cel therapie, kan reactivatie optreden van HHV-6. Echter dit verloopt doorgaans asymptomatisch en deze viremie zal zonder…
Pre-SCT evaluatie Anamnese en lichamelijk onderzoek X thorax Longfunctie Bij afwijkingen: verwijzing naar longarts voor aanvullend onderzoek. Op indicatie uitgebreider longfunctieonderzoek, HRCT dan wel ander aanvullend onderzoek. Post-transplantatie Gebruik piekflowmeter voor wekelijkse zelfevaluatie; bij daling in de piekflow (>…
Na een allogene stamceltransplantatie is een ontvanger “compleet donor chimeer” als alle hematopoietische cellen afkomstig zijn van de donor. De niet-hematopoietische cellen zijn nog steeds afkomstig van de ontvanger. Als er hematopoietische cellen van beide, donor en ontvanger, kunnen worden…
CMV-monitoring (d.m.v. PCR op CMV-DNA) Bij seronegatieve patiënt en donor Monitoren niet noodzakelijk, tenzij klinische verdenking op CMV infectie. Bij seropositieve patiënt en/of donor Eénmaal per week tot dag +100. Daarna bij ieder polibezoek tot immuunsuppressiva zijn afgebouwd. Na ATG,…
Algemeen Stamceltransplantatie vindt in de regel plaats op de dag ná het afronden van de conditionering. Bij beperkte houdbaarheid van het product zal eventueel een aangepast schema gemaakt worden. AML / MDS Bij AML / MDS wordt bij elke patiënt…
Donor Lymfocyten Infusie (DLI) Het primaire doel van een allogene stamcel transplantatie is immunologische consolidatie. De basis van deze benadering is alloreactiviteit in het kader van genetische verschillen tussen donor en ontvanger. Alhoewel bij de keuze van een geschikte donor…
Prioritering van non-HLA variabelen bij de selectie van donoren Donor specific antibodies Voor matched unrelated donor (MUD) transplantaties en cordblood transplantaties is reeds aangetoond dat donor specific antibodies (DSA) een rol spelen in de pathofysiologie van graft failure(1). Een tweetal…
Van een EBV-reactivatie is sprake als d.m.v. PCR virus DNA in het bloed wordt aangetoond. Door het geven van pre-emptieve therapie kan de ontwikkeling tot PTLD meestal worden voorkomen. Van PTLD is sprake als er, naast de aanwezigheid van…
Definities NIH criteria (Filipovich BBMT 2005): Optreden na SCT / DLI Kenmerken van aGvHD Diagnostische / karakteristieke (distinctive) kenmerken van cGvHD Acuut Klassiek < 100 dagen Ja Nee Persisterend, recidiverend, late-onset > 100 dagen Ja Nee Chronisch Klassiek geen…
Diagnostiek en classificatie van chronische GvHD Diagnose cGvHD (zie tabel 1 en 2): Aanwezigheid van 1 diagnostische bevinding of Aanwezigheid van 1 karakteristieke (distinctive) bevinding bevestigd door histologisch, radiologisch of ander (bijv. Schirmer test) onderzoek met uitsluiting van andere potentiële…
Richtlijn Orale GvHD Wijzing t.o.v. vorige versie 6-11-2024: Alleen verwijzing naar richtlijn behouden.
Immuunsuppressiva Streefspiegel Ciclosporine NMA / RIC: 1 x oplaaddosis 7 mg/kg per os dag -3, daarna 2 dd 3,5 mg/kg per os Dalspiegel: 200 – 300 ng/ml MA: 3 mg/kg intraveneus continu of 2 dd 1,5 mg/kg intraveneus …
Stappenplan HLA typering Stap 1: – Eerste typering patiënt en siblings (Sanquin formulier 6 of CLAUS). – Patiënt: hoge resolutie HLA klasse I en klasse II typering (A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1). – Siblings: lage resolutietypering HLA…
Zie hiervoor de link naar het document van de HOVON SCT werkgroep: indicaties allogene stamceltransplantaties Referenties – Bijbehorende documenten – Wijziging t.o.v. vorige versie 7-11-2024: Gecontroleerd, geen inhoudelijk wijziging.
In geval van major ABO incompatibiliteit moet bij elke patiënt voorafgaand aan de transplantatie een (anti-A/anti-B) titer bepaald worden. Bij minor ABO incompatibiliteit dient bij de donor anti-A en/of anti-B titer bepaald te worden. Indien deze < 1:256 is,…
Nazorg na allogene SCT, het 1ste jaar Hematologie en chemie Hb, leukocyten, trombocyten, neutrofielen, kreatinine, bilirubine, ALAT, LDH. Bij MA conditionering week 1 t/m 3 op ma / wo / vrij; daarna bij elk polibezoek. Bij NMA / RIC conditionering…
Revaccinatie programma allogeen1 Aantal maanden / jaar na SCT 4-6 5-7 6-8 12-14 13-15 14-16 16-18 2 jaar 5 jaar Vacccinaties Prevenar-13® (13-valent geconjugeerd pneumokokkenvaccin) X X X X Pneumovax-23® (23-valent pneumokokken polysaccharidenvaccin) …
1. DRI (= Disease risk index) Risicoclassificaties per ziekte worden bepaald aan de hand van de DRI tool. 2. HCT-CI (=Hematopoietic stemcell transplantation-comorbidity index) Seattle HCT-Comorbidity Index: AlloSCT non-relapse mortality risk score Comorbidity Definitions of comorbidities included in the new…
Zie Amsterdam UMC SWAB: RSV infecties na allo stamceltransplantatie Wijzigingen t.o.v. vorige versie 6-11-2024: Vermelding waar de link naar verwijst.
Inleiding Transplantatie-geassocieerde TMA komt in 10 – 35% van de patiënten voor. De exacte pathogenese is nog onduidelijk, maar endotheel schade (of tenminste dysfunctie) door conditionering, medicatie, infectie en/of GvHD (of als uiting van GvHD) speelt een centrale rol te…
Inleiding Veno-occlusieve ziekte van de lever (VOD, veno-occlusive disease of ook wel SOS, sinusoïdal obstruction syndrome) ontstaat meestal binnen de eerste maand na transplantatie door schade t.g.v. de conditionering aan de sinusoïdale endotheelcellen van de lever en (later) ook aan…