Immuunsuppressiva Streefspiegel Ciclosporine NMA / RIC: 1 x oplaaddosis 7 mg/kg per os dag -3, daarna 2 dd 3,5 mg/kg per os Dalspiegel: 200 – 300 ng/ml MA: 3 mg/kg intraveneus continu of 2 dd 1,5 mg/kg intraveneus …
Immuunsuppressiva Streefspiegel Ciclosporine NMA / RIC: 1 x oplaaddosis 7 mg/kg per os dag -3, daarna 2 dd 3,5 mg/kg per os Dalspiegel: 200 – 300 ng/ml MA: 3 mg/kg intraveneus continu of 2 dd 1,5 mg/kg intraveneus …
Definities NIH criteria (Filipovich BBMT 2005): Optreden na SCT / DLI Kenmerken van aGvHD Diagnostische / karakteristieke (distinctive) kenmerken van cGvHD Acuut Klassiek < 100 dagen Ja Nee Persisterend, recidiverend, late-onset > 100 dagen Ja Nee Chronisch Klassiek geen…
Overzicht mobilisatieschema’s Zie hiervoor webshare document Mobilisatieschema’s celtherapie; overzicht – HEM NB. Met G-CSF (filgrastim) wordt neupogen bedoeld, dus GEEN accofil) Wijzigingen t.o.v. vorige versie 18-11-2024: Verwijzing naar webshare document. Dosering G-CSF zonder voorafgaande kuur bij AML…
SWAB richtlijn COVID Zie Samenvatting COVID-protocol Convalescent plasma bij COVID gerelateerde hypoxemie Overweeg convalescent plasma in compassionate use programma bij patiënten die voor COVID gerelateerde hypoxemie adjunctieve beademing (HFNO of intubatie) behoeven en die door hematologische aandoening of behandeling daarvan…
Voor management van CRS en ICANS zie CAR T- Management van CRS en ICANS – standaard – HEM CAR T- Management van CRS en ICANS – early steroids HEM
Zie hiervoor de link naar het document van de HOVON SCT werkgroep: indicaties allogene stamceltransplantaties Referenties – Bijbehorende documenten – Wijziging t.o.v. vorige versie 7-11-2024: Gecontroleerd, geen inhoudelijk wijziging.
Stappenplan HLA typering Stap 1: – Eerste typering patiënt en siblings (Sanquin formulier 6 of CLAUS). – Patiënt: hoge resolutie HLA klasse I en klasse II typering (A, B, C, DRB1, DQB1 en DPB1). – Siblings: lage resolutietypering HLA…
Prioritering van non-HLA variabelen bij de selectie van donoren Donor specific antibodies Voor matched unrelated donor (MUD) transplantaties en cordblood transplantaties is reeds aangetoond dat donor specific antibodies (DSA) een rol spelen in de pathofysiologie van graft failure(1). Een tweetal…
Na een allogene stamceltransplantatie is een ontvanger “compleet donor chimeer” als alle hematopoietische cellen afkomstig zijn van de donor. De niet-hematopoietische cellen zijn nog steeds afkomstig van de ontvanger. Als er hematopoietische cellen van beide, donor en ontvanger, kunnen worden…
Inleiding Veno-occlusieve ziekte van de lever (VOD, veno-occlusive disease of ook wel SOS, sinusoïdal obstruction syndrome) ontstaat meestal binnen de eerste maand na transplantatie door schade t.g.v. de conditionering aan de sinusoïdale endotheelcellen van de lever en (later) ook aan…
Revaccinatie programma allogeen1 Aantal maanden / jaar na SCT 4-6 5-7 6-8 12-14 13-15 14-16 16-18 2 jaar 5 jaar Vacccinaties Prevenar-13® (13-valent geconjugeerd pneumokokkenvaccin) X X X X Pneumovax-23® (23-valent pneumokokken polysaccharidenvaccin) …
Transfusies na transplantatie Indicatie voor bestraalde en parvovrije bloedproducten Na autoloog SCT: vanaf 2 weken voor tot en met 6 maanden na: bestraald en parvo B19 veilig tenzij er antistoffen tegen B19 aantoonbaar zijn. Na allogeen SCT: vanaf 2 weken…
In geval van major ABO incompatibiliteit moet bij elke patiënt voorafgaand aan de transplantatie een (anti-A/anti-B) titer bepaald worden. Bij minor ABO incompatibiliteit dient bij de donor anti-A en/of anti-B titer bepaald te worden. Indien deze < 1:256 is,…
Inleiding Transplantatie-geassocieerde TMA komt in 10 – 35% van de patiënten voor. De exacte pathogenese is nog onduidelijk, maar endotheel schade (of tenminste dysfunctie) door conditionering, medicatie, infectie en/of GvHD (of als uiting van GvHD) speelt een centrale rol te…
Chronische graft versus host ziekte van de mond – patiëntinformatie 126320 Dieetadviezen bij graft versus host ziekte van de darm – patiëntinformatie 135230
Diagnostiek en classificatie van chronische GvHD Diagnose cGvHD (zie tabel 1 en 2): Aanwezigheid van 1 diagnostische bevinding of Aanwezigheid van 1 karakteristieke (distinctive) bevinding bevestigd door histologisch, radiologisch of ander (bijv. Schirmer test) onderzoek met uitsluiting van andere potentiële…
Algemene infectiepreventie bij neutropenie PDD volgens lokaal gebruik conform de conditioneringsschema’s. Let op: alleen van toepassing bij een conditionering die gepaard gaat met langdurige neutropenie (> 7 dagen). Inventarisatiekweken worden als eerste afgenomen 48 uur na start van de…
Zie Transfusiereacties VUmc; Hoe te handelen bij transfusiereacties en aan te vragen vervolgonderzoek Wijzigingen t.o.v. vorige versie 6-11-2024 Inhoud verwijderd, verwijzing naar centraal beleid.
CMV-monitoring (d.m.v. PCR op CMV-DNA) Bij seronegatieve patiënt en donor Monitoren niet noodzakelijk, tenzij klinische verdenking op CMV infectie. Bij seropositieve patiënt en/of donor Eénmaal per week tot dag +100. Daarna bij ieder polibezoek tot immuunsuppressiva zijn afgebouwd. Na ATG,…
Van een EBV-reactivatie is sprake als d.m.v. PCR virus DNA in het bloed wordt aangetoond. Door het geven van pre-emptieve therapie kan de ontwikkeling tot PTLD meestal worden voorkomen. Van PTLD is sprake als er, naast de aanwezigheid van…
Pre-SCT evaluatie Anamnese en lichamelijk onderzoek X thorax Longfunctie Bij afwijkingen: verwijzing naar longarts voor aanvullend onderzoek. Op indicatie uitgebreider longfunctieonderzoek, HRCT dan wel ander aanvullend onderzoek. Post-transplantatie Gebruik piekflowmeter voor wekelijkse zelfevaluatie; bij daling in de piekflow (>…
Nazorg na allogene SCT, het 1ste jaar Hematologie en chemie Hb, leukocyten, trombocyten, neutrofielen, kreatinine, bilirubine, ALAT, LDH. Bij MA conditionering week 1 t/m 3 op ma / wo / vrij; daarna bij elk polibezoek. Bij NMA / RIC conditionering…
Documentatie Patiënten met een hematologische ziekte worden met grotere regelmaat regionaal behandeld, waarbij een PICC-lijn of centraal veneuze catheter gebruikt wordt en voor langere tijd in situ blijft. De verzorging van, en omgang met deze infuuslijnen wordt door verpleegkundigen uitgevoerd.…
1. DRI (= Disease risk index) Risicoclassificaties per ziekte worden bepaald aan de hand van de DRI tool. 2. HCT-CI (=Hematopoietic stemcell transplantation-comorbidity index) Seattle HCT-Comorbidity Index: AlloSCT non-relapse mortality risk score Comorbidity Definitions of comorbidities included in the new…
Richtlijn Orale GvHD Wijzing t.o.v. vorige versie 6-11-2024: Alleen verwijzing naar richtlijn behouden.
Zie Amsterdam UMC SWAB: RSV infecties na allo stamceltransplantatie Wijzigingen t.o.v. vorige versie 6-11-2024: Vermelding waar de link naar verwijst.
(inter) nationale richtlijn in het Amsterdam UMC wordt gewerkt volgens: De landelijke richtlijn Startpagina – Bloedtransfusiebeleid – Richtlijn – Richtlijnendatabase Bloedtransfusierichtlijn: inhoudsopgave – Amsterdam UMC (iprova.nl)) Lokale afspraken Gebaseerd op bovenstaande richtlijn zijn de volgende lokale afspraken gemaakt, die voorbehouden…
(inter) nationale richtlijn In het Amsterdam UMC wordt gewerkt volgens de Hodgkin richtlijn van de HOVON lymfoom werkgroep in samenwerking met de NVVH. Zie hieronder de link voor de richtlijn. Richtlijn-Hodgkin-lymfoom-HOVON-2019-v-2019.11.13.pdf (hematologienederland.nl) Er volgt op korte termijn een nieuwe richtlijn,…
CD19 CAR T-cel behandeling Informatie voor verwijzers Axi-cel (axicabtagene ciloleucel) (Yescarta) en tisa-cel (tisagenlecleucel) (Kymriah) zijn beschikbaar voor patiënten met een recidiverend of refractair diffuus grootcellig B-cel lymfoom (inclusief o.a. getransformeerd folliculair lymfoom en primair mediastinaal B-cel lymfoom) na ten…