Acute myeloïde leukemie (AML)

Versie:
5
Publicatiedatum:
04-07-2024
Auteur(s):
Dave de Leeuw, Caroline Rutten, Bart Biemond, Jarom Heijmans

(inter) nationale richtlijn

In Amsterdam UMC wordt gewerkt volgens de HOVON AML richtlijn van de Hovon Acute Leukemie werkgroep i.s.m. de NVvH.

Lokale richtlijn

Aanvullingen op behandeling van CBF-AML (inv(16) en t(8;21)

Mede gebaseerd op bovenstaande richtlijn zijn de volgende lokale afspraken gemaakt voor inzetten van Gemtuzumab-Ozogamicine (GO) bij patienten met Core Binding Factor AML (CBF-AML).

  • Er is een indicatie voor GO bij patiënten met een CD33+ CBF-AML (inv(16) en t(8;21)
  • GO wordt bij deze patienten in de eerste remissie inductie cyclus op dag 1, 4, 7 bijgegeven (3mg/m2 maximaal 5mg).
  • Gezien de relatie tussen gemtuzumab en venoocclusieve ziekte van de lever en gezien er geen ervaring is met de combinatie GO en autologe stamceltransplantatie als consolidatie worden patiente geconsolideerd met intermediate dose cytarabine of een derde kuur met mitoxantrone/etoposide.
  • Ook bij concomitante FLT3 mutaties is er een voorkeur voor GO boven midostaurine. Er wordt geen combinatie gegeven wegens gebrek aan ervaring hiermee wereldwijd.
  • Gezien bovenstaande is er een extra argument om bij nieuwe leukemie zo snel mogelijk uitslagen van cytogenetica te krijgen en zo mogelijk te wachten met start remissie inductie tot bekend worden van deze uitslagen.
  • Aangezien geven van GO veelal een exclusie voor studies zal zijn, en gezien het vrij grote voordeel in curatie/relapse bij geven van GO is er een voorkeur patienten buiten studieverband met GO te behandelen boven inclusie in studie.

 

Aanvullingen op behandeling van NPM1-positieve AML

  • Bij NPM1 leukemie wordt moleculaire MRD (middels kwantitatieve RE-PCR) na 2 cycli op perifeer bloed bepaald. Indien deze negatief is (< 10E-5) volgt autologe SCT, indien positief (>=10E-5) wordt in principe geconsolideerd met alloSCT 
  • Follow NPM1 gebeurt middels MRD bepaling, waarbij cf de ELN richtlijn gekozen kan worden om ofwel beenmergonderzoek (elke 3 maanden) of PB (elke 4-6 weken) analyse te doen, of allebei, hierin spelen patientvoorkeuren ook een grote rol.

 

Aanvullingen op behandeling van AML in algemene zin: factoren met een ongunstige invloed op de prognose.

  • Additionele factoren voor ongunstige prognose zijn: geen CRe (dus refractair na één cyclus chemotherapie), Hyperleukocytose > 100 bij presentatie en leeftijd > 65 jaar. Bij aanwezigheid van één of meerdere van deze factoren bij AML met intermediair risico zal besloten worden om te consolideren met alloSCT, bij anwezigheid van één of meerdere van deze factoren bij een patient met AML met gunstig risico, zal deze ziekte verder behandeld worden conform intermediate risk (dus in geval van NPM1 leukemie of CBF leukemie MRD gestuurd kiezen voor autoloog of allogeen).

Patiënteninformatie

Praktische lokale afspraken

Bij nieuwe leukemie, overleg met afdeling cytogenetica voor snelle analyse van het karyogram (dit kan in geselecteerde gevallen binnen een week).

 

 

Bijzonderheden

 

Amsterdam UMC is een erkend expertise centrum voor AML

 

Behandeling/studies/biobank

Domeinverantwoordelijke Amsterdam UMC

Dave de Leeuw, Caroline Rutten, Bart Biemond, Jarom Heijmans

 

Wijzigingen t.o.v. vorige versie.

Lokale richtlijn toegevoegd:

  • Aanvullingen op behandeling van NPM1-positieve AML
  • Aanvullingen op behandeling van AML in algemene zin: factoren met een ongunstige invloed op de prognose.

 

Inhoud